Museum Den Aker beslaat een groot gedeelte van de Oranjerie, dit is de vroegere wintertuin van het kasteel waar de “exoten” (sinaasappelbomen e.d.) in de winter ondergebracht werden. Museum Den Aker werd op 12 maart 1994 plechtig geopend tijdens de statutaire jaarvergadering van gouw Antwerpen van het verbond voor heemkunde. In februari 2009 werd Den Aker uitgeroepen tot erkend heemmuseum van de provincie Antwerpen en van de gouw Antwerpen. Het museumgedeelte omvat een dorpscafé anno 1900, een snoepwinkel anno 1930, een keldertje, een opkamer, een klaslokaal anno 1930-1950, een textielkamer, een kamer waarin de geschiedenis van Lint en van de parochie aan bod komen en een huiskapel. |
De inhoud van het dorpscafé is afkomstig uit Lintse cafeetjes. Lint had voor wereldoorlog I meer dan 30 cafés en 2 brouwerijen. Het café was een belangrijke ontmoetingsplaats in het sociale leven. Nieuws werd er uitgewisseld en besproken, verenigingen hadden er hun vergaderplaats en het was voor vele mensen bijna hun enige verzet. Een café zorgde in vele gevallen ook voor een tweede gezinsinkomen. Eigenlijk is er “niet veel nieuws onder de zon”.
|
De snoepwinkel roept een beeld op van een snoepwinkel anno 1930 met snoepgoed van toen. Tabletjes, affairekes, nobelewitjes, strontcaramellen, bakkesvol, schipkevèren, spekken, … liggen er ten toon. Het dure snoepgoed (chocolade en suikerbonen) wordt bewaard in een glazen kast en het “poefleike” staat centraal op de mooie toonbank, onder het strenge oog van Melle. Een mooie verzameling blikken koekjesdozen vervolledigt de collectie. |
Een ruimte op het gelijkvloers is helemaal toegewezen aan de geschiedenis van de parochie (sinds 1766) en van gemeente (sinds 1869). De bezoeker treft er enkele mooie maquettes aan, foto’s, voorwerpen, documenten...
Ook wordt aandacht besteed aan twee Lintse kunstenaars: Gommaar Janssens kunstsmid, leerling van de Lierse kunstsmid Louis Van Boeckel en Lodewijk de Vocht toondichter die in Lint het lied “Onze Lieve Vrouw van Vlaanderen” componeerde. |